Scylla

Nog even geen volledige projectbeschrijving maar alvast wel de schema's van de nieuwste voorversterker en een korte beschrijving.
Deze voorversterker verschilt kwa concept nogal van de geldende standaard van schakelmethodes.
1 : De versterkerbuis (type 76) heeft een constante stroombron gekregen als anodebelasting.
2 : De voeding wordt gestabiliseerd met VR (voltage regulaton) buizen.
3 : De VR buizen worden gevoed door een stroombron.
4 : De totale voeding bevat slechts een enkele buffercondensator van 6uF.
5 : Er is geen enkele smoorspoel toegepast.

Door gebruik te maken van een stroombron om de VR buizen te voeden wordt de PSSR (power supply suppression ratio) zeer groot, dit natuurlijk omdat een stroombron een hoge impedantie heeft voor de volgende trap. De VR buizen reguleren de spanning precies en relatief laagohmig af op 235V , vervolgens regelt de stroombron als anodebelasting de laatste onrechtmatigheden keurig weg. Tevens zorgt de stroombron als anodebelasting er voor dat de buis altijd op zijn juiste instelpunt blijft staan en dat de maximale versterking uit de buis wordt gehaald.

Opzet van dit project was om de volgende doelen te halen :
- maak een versterker die beter klinkt dan de Cleo V (Triode Dick)
- maak een versterker die makkelijker te bouwen is dan de Cleo V
- maak een versterker die minder kost dan de Cleo V
Vrij snel werd duidelijk dat dit geen eenvoudige opgave zou worden aangezien de Cleo V behoorlijk goed klinkt. Na enige schakelingen geprobeerd te hebben werd duidelijk dat er echt afgezien zou moeten worden van een standaard schakeling. Het minst eenvoudige was het behalen van een goede kwaliteit, dat lukte wel maar dan tegen hoge kosten of het werd een draak om na te bouwen.
Dan is daar plots een helder moment : waarom geen halfgeleiders gebruiken als hulpmiddel ?
Halfgeleiders zijn uitermate goed in het regelen van stroom maar niet zo goed in versterken, bij buizen is dat precies andersom, resumerend zou dus een transistor de stroom moeten regelen en een buis de versterking moeten verzorgen, een stroombon als anodebelasting dus.
Het nadeel van deze schakelwijze is dat er ten opzichte van een reguliere schakeling alleen de kwaliteit en de stabiliteit beter worden, geen ramp natuurlijk, dit op zich is al een mooi doel om te bereiken. Maar... het moet simpeler.
Wat altijd een doorn in het oog is zijn de dure smoorspoelen in de voeding die ook nog eens veel plaats in beslag nemen, storingsgevoelig zijn en ook het monteren kost soms net even te veel tijd. Weg met die rommel dus ! Maar hoe ?
VR TUBES !!! De OB3 en OD3 liggen al een tijdje geduldig te wachten op een mooi project en zie hier.
Jammer dat deze knaapjes toch enige vorm van regulatie vooraf vergen, dus toch weer een smoorspoel met een juiste DC weerstand om de regulatiestroom onder controle te krijgen, of een dikke stookweerstand. Beide opties zijn niet echt correct gezien het einddoel, regelsmoorspoelen halen de smoorspoelen niet uit de voeding en een stookweerstand resulteerde in een nog net niet dramatisch geluid. Ook een C-R-C-R-VR combinatie voegde niks toe aan de kwaliteit, de gebruikt condensatoren waren trouwens steeds van goede kwaliteit : Black Gate 68uF/350Vx2 in super e-cap configuratie.
Maar weer lekker terug naar de denktenk en verder peinzen dus...

Waarom geen geregelde stroombron om de regelbuizen mee te regelen? Geen idee, waarom niet? Mmmmm.......

Solderen dus. De stroombronnen werden binnen een half uurtje op een stukje experimenteerprint gebakken en het luisteren kon beginnen.
Binnen een paar minuten bleek dat er hier iets bijzonders was ontstaan, fantastisch! Na een paar dagen gespeeld te hebben, bleef de schakeling nog steeds goed klinken, heel apart aangezien er normaal een periode van verval komt, waarna de versterker na een tijd weer op een stabiel goed niveau presteert.
De laatste experimenten voltroken zich rond de buffercondensator. Na gespeeld te hebben met diverse waardes en merken kwam steeds weer naar voren dat weinig capaciteit beter klonk dan veel capaciteit. Ook bleek het dat Black Gate hier niet op zijn plaats is, dat is prettig aangezien deze knapen verre van goedkoop (betaalbaar) zijn, weer een slag geslagen dus. De papier in olie condensatoren presteren het beste maar een goede MKP levert ook hele fijne kwaliteit op.
Een paar kleine zaken verdienen nog wat toelichting :
-De MJE350's dienen een klein koelplaatje te krijgen, let op : het koelplaatje is direct met de collector verbonden! (auw, dat prikt...)
-De toegepaste gelijkrichter draagt bij aan de kwaliteit, het hele project heeft gedraaid met een RCA 80, uiteindelijk is er vanwege levensduur van de 76's toch gekozen voor een IHR (indirect heated rectifier), de enige IHR met een UX4 die gevonden kon worden was een 83v (vacuum versie van de 83) en deze presteert gelukkig uitmuntend. De 83v behoort helaas tot een bijna uitgestorven soort en zal dus vrijwel onmogelijk gevonden kunnen worden, maak hier niet de fout door de gewone 83 te gebruiken, de kans is riant aanwezig dat deze het niet overleeft. Kun je geen 83v vinden ? Gewoon een 80 gebruiken, de luxe was hier wel aanwezig om een 83v te gebruiken maar is niet noodzakelijk. Ook kan een 6X4 of een EZ81 worden toegepast, deze buisjes doen hun werk ook uitstekend maar laat dan wel de voorschakelweerstanden weg.
-De voorschakelweerstanden in de aansluitingen voor de filamenten zijn om twee redenen geplaatst. De eerste is om de piekstroom te beperken bij het inschakelen, zodoende worden de gloeidraadjes jarenlang zonder flitsen in bedrijf gesteld. De tweede reden is om de gelijkrichter minder hard aan de transformator te knopen, dit levert een veel softer en gedetailleerde geluid op, simpel maar erg doeltreffend.
-De uitvoering die hier gemaakt is, is er een als losse lijnversterker. Uiteraard is het mogelijk om een volumeregelaar en een ingangsselector in dezelfde kast in te bouwen, de voorkeur verdient het dan om dit aan de ingang van de versterker te doen.
-Als uitgangscondensator is hier gekozen voor een NOS Cornell Dubilier PIO van 100nF/1000V, deze kwam hier uit een dozijn caps als beste uit de bus.
-De kathodeweerstanden en gridstoppers zijn van AB (Allen Bradley) maar kunnen door elke goede koolweerstand worden vervangen. De ingangs- en uitgangsweerstanden van 1M2 spelen bijna geen rol in de klankkleur, ze zijn alleen gemonteerd om restlading netjes naar aarde af te voeren, en kunnen vrij gekozen worden, hier is gekozen voor NOS Philips metaalfilm.
-Tussen diverse merken VR buizen (OB3 & OD3) kon geen verschil in geluid worden waargenomen.

update 10-6-2008
- Er zijn diverse merken 76 beluisterd, helaas ook een paar afvallers aangezien bleek dat de gepretendeerde "paartjes" toch niet echte paartjes bleken te zijn na meten.
Tot nu toe in volgorde van aangenaamheid :
1 : RCA US Army signal corps VT-76 --- Levendig, ruimtelijk, open, veel detail in het hoog, dynamisch maar niet te overdreven, uitgebalanceerd.
2 : Grammont --- Had moeite met tot leven komen, leek saai maar was na inspelen niet te houden, diep laag en heel veel ruimte, beetje softig.
3 : Raytheon US Army signal corps VT-76 (4-may-1956) --- Soft maar fraai hoog, veel attack, dynamisch, diep strak laag.
4 : Fivre --- Overall presteert de buis redelijk maar is toch geen uitblinker, alles is een beetje uit balans, rommelig laag, hoog een beetje schraal.
5 : National Union --- Niet mijn koekje, klinkt als een transistor, hard, schraal, beetje te fris, weinig diepte, komt niet los.
Sylvania : een van de twee bleek een lek rooster te hebben, deze houd u tegoed.
Hytron : een van de twee had een verdubbelde emissie , de andere een gehalveerde, geen paartje dus, deze houdt u niet tegoed.
Wards Super Airline : geen idee van welke fabriek deze komen, helaas was ook dit geen echt paar, ze klonken ook verrassend niet zo goed.
Philco : Deze zijn nog onderweg, even wachten dus.

Wat opvalt zijn de verrassend grote verschillen tussen de diverse merken, ondanks de alom gedragen bewering dat de 76's zoveel op elkaar lijken loont het hier dus toch echt wel de moeite om te matchen naar eigen smaak. Misschien laat de schakelmethode ook meer verschillen tussen de diverse buizen horen, wie weet ?




Veel (na)bouwplezier.





 

Het versimpelde schema :

Het volledige schema :